In samenwerking met VNCI, VEMOBIN, NOVE en Deltalinqs heeft VOTOB de

‘Handreiking gebruik van tijdelijke mobiele apparatuur in ATEX gezoneerde gebieden‘

geactualiseerd en in lijn gebracht met het toezichtdocument van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). Aanleiding voor de herziening was de aanpassing van de ATEX-regelgeving en de aangescherpte wijze van toezicht door de NLA.

Richtlijnen en mogelijkheden maatwerk

De herziene handreiking biedt praktische richtlijnen voor bedrijven die werken met explosiegevaarlijke stoffen. Het geeft concrete adviezen voor het gebruik van tijdelijke mobiele apparatuur in ATEX gezoneerde gebieden, en biedt onder voorwaarden meer ruimte voor maatwerk onder begeleiding van ATEX-deskundige in ATEX zone 2 en 22. Dit is positief omdat strikte regelgeving soms knelpunten veroorzaakt bijvoorbeeld bij het gebruik van accutools en inspectieapparatuur waarvoor de markt niet altijd de juiste gecertificeerde apparatuur biedt. Bedrijven kunnen nu, onder strikte voorwaarden, niet-ATEX gecertificeerde apparatuur inzetten, mits deze geen ontstekingsbron vormt. Ook kunnen er, als er geen beschikbaarheid is van gecertificeerde apparatuur, maatregelen getroffen worden zoals het dezoneren van gevarenzones (deze worden/waren vaak veel ruimer ingevuld dan dat de norm voorschrijft) of het verminderen van de gevarenklasse.

Bijdrage aan veiligheid en continuïteit

De herziene handreiking benadrukt het belang van explosieveiligheid en biedt handvatten om verantwoord om te gaan met knelpunten. Dit draagt bij aan de veiligheid van werknemers en zorgt voor meer continuïteit in productieprocessen omdat inspecties en reparaties nu onder bepaalde voorwaarden kunnen worden uitgevoerd zonder dat het noodzakelijk is dat installaties volledig stil gelegd worden. In de komende tijd wordt de handreiking aangevuld met een toolkit om praktijk voorbeelden te delen van beoordeelde situaties en beschikbare apparatuur.